Blog
In mijn vorige blog heb ik het later ontstaan van de WGA-uitkering uitgelegd. Deze maand deel 2. Wordt een werknemer binnen vijf jaar na een afgewezen WGA-uitkering opnieuw ziek door dezelfde oorzaak, en is hij minstens 35% arbeidsongeschikt? Dan krijgt hij direct een WGA-uitkering. Dat betekent: geen nieuwe wachttijd van 104 weken.
Casus
Voor het bepalen van het arbeidsongeschiktheidspercentage kijkt de arbeidsdeskundige naar de zogeheten maatman. Maar wat is de maatman als de WGA-uitkering later ontstaat? Gaat het om het werk dat de werknemer deed voor hij opnieuw ziek werd, of om het werk dat hij deed toen hij de eerste keer uitviel? Diezelfde vraag geldt ook voor het WIA-maandloon.
Hoe hoog is de WGA-uitkering als die later ontstaat? Eerst leg ik kort het verschil uit tussen het maatmanuurloon en het WIA-maandloon. Daarna laat ik met een voorbeeld zien hoe het maatmanuurloon en WIA-maandloon worden berekend als de WGA-uitkering later ontstaat?
Maatmanloon en WIA-maandloon
De maatman is het werk dat een werknemer deed vóór hij ziek werd. Simpel gezegd: je deelt het verdiende loon door het aantal gewerkte uren. Je krijgt dan het uurloon. Dit wordt het maatmanuurloon genoemd. Het maatmanuurloon bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage. Dat loon wordt vergeleken met wat een werknemer nog kan verdienen (theoretische schatting) of echt verdient (praktische schatting). Het verschil bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Het WIA-maandloon wordt berekend op basis van het inkomen van de werknemer in het jaar vóórdat hij arbeidsongeschikt werd. Dit wordt de referteperiode genoemd. Het gaat dus niet alleen om het loon bij de laatste werkgever. Bijvoorbeeld: als een werknemer in het eerste deel van dat jaar bij werkgever A werkte en later bij werkgever B. De inkomsten van beide werkgevers worden opgeteld. Zo wordt het WIA-maandloon berekend. Het WIA-maandloon bepaalt hoe hoog de WGA-uitkering is.
Casus
Emiel werkt al jaren als manager bij een grote multinational. Hij verdient € 4.500 per maand en werkt 40 uur per week. Het werk vraagt veel van hem. In april 2018 meldt Emiel zich ziek door psychische klachten. Aan het einde van de wachttijd is Emiel bijna volledig terug in zijn oude werk. Een praktische schatting leidt dan ook tot het oordeel dat Emiel per april 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Emiel houdt het werk maar met moeite vol. Daarom besluit hij een minder zware baan te zoeken. Hij vindt een baan als consultant voor 40 uur per week en verdient daar € 3.500 mee. Dit werk houdt hij enkele jaren vol, maar in maart 2024 valt hij opnieuw uit door psychische klachten. Hij meldt zijn verslechterde gezondheid bij het UWV. In februari 2025 volgt de beoordeling. Het UWV concludeert dat Emiel opnieuw is uitgevallen door dezelfde oorzaak. Daarom heeft hij vanaf maart 2024 recht op een WGA-uitkering. Hij wordt 37% arbeidsongeschikt geacht. Het UWV neemt de functie van manager als maatman en baseert ook het WIA-maandloon daarop. Maar klopt dit wel?
Maatmaninkomensgarantie en dagloongarantie
De maatman is het werk dat Emiel deed vóórdat hij ziek werd. Emiel viel uit toen hij als consultant werkte. In beginsel moet het UWV dit werk gebruiken om de maatman en het maatmanuurloon te bepalen. Maar het salaris van een consultant is veel lager dan dat van een manager. Hier helpt de maatmaninkomensgarantie. Deze garantie betekent dat het UWV het maatmanuurloon niet lager mag vaststellen dan bij de eerste beoordeling aan het einde van de wachttijd. Daarom gebruikt het UWV het maatmanuurloon van de functie manager, omdat dat hoger is. Het UWV heeft het maatmanuurloon dus juist vastgesteld. Dankzij de maatmaninkomensgarantie heeft Emiel recht op een WGA-uitkering. Als het lagere uurloon van consultant was gebruikt, zou Emiel geen recht hebben gehad op een WGA-uitkering, omdat hij dan minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Doordat het maatmanuurloon van manager is gebruikt, is Emiel 37% arbeidsongeschikt en heeft hij recht op een WGA-uitkering.
Maar hoe zit het dan met het WIA-maandloon? In beginsel bepaalt het UWV het WIA-maandloon op basis van het inkomen in het refertejaar. Dat is het jaar vóór het intreden van de ziekte. Omdat Emiel in maart 2024 uitviel als consultant, loopt het refertejaar van maart 2023 tot en met februari 2024. In dat jaar verdiende Emiel veel minder dan in het jaar vóór zijn eerste uitval (april 2017 – maart 2018), toen hij manager was. Ook hier geldt een garantie: de dagloongarantie. Het UWV mag het WIA-maandloon niet lager vaststellen dan het loon dat gold bij de eerste wachttijd. Dit betekent dat het UWV het WIA-maandloon van de functie manager moet gebruiken, omdat dat hoger is dan het loon van consultant.
Conclusie
In de praktijk past het UWV deze garanties niet altijd goed toe. Daarom is het belangrijk dat de werknemer of zijn adviseur dit goed controleert. Dit kan namelijk het verschil zijn tussen wél of géén recht op een (hogere) WGA-uitkering.
Advies binnen handbereik
bij complexe verzuimcasussen?
Sluit nu een VeReFi Plus of Premium abonnement af
en stel jouw vragen aan één van onze experts van de Adviesdesk.
Geschreven door
Emir Ljucevic, Jurist