Blog
Het UWV kan aan een werkgever een loonsanctie opleggen als deze onvoldoende inspanningen heeft geleverd om een zieke werknemer te laten re-integreren. Dit betekent dat de werkgever verplicht wordt het loon van werknemer door te betalen nadat de 104 weken zijn verstreken. Een loonsanctie duurt maximaal 52 weken en is bedoeld om werkgevers te stimuleren hun re-integratieverplichtingen serieus te nemen en actief bij te dragen aan de terugkeer van de werknemer in het arbeidsproces, bijvoorbeeld door te zoeken naar passend werk binnen het bedrijf of door te helpen bij het vinden van werk elders. Maar wat gebeurt er als een werknemer al een WGA-uitkering ontvangt en daarna opnieuw 104 weken ziek is? Kan de werkgever in dat geval alsnog een loonsanctie krijgen? Laten we deze vraag beantwoorden aan de hand van een casus.
Casus
Jan is twee jaar ziek en ontvangt een WGA-uitkering. Hij kan nog deels werken, maar zijn werkgever heeft geen passende functies voor hem, waardoor hij daar niet aan de slag kan. Jan besluit te solliciteren en al vrij snel vindt hij een baan. Hij heeft het naar zijn zin bij zijn nieuwe werkgever en kan zijn werk uitvoeren binnen de mogelijkheden die hij heeft. Helaas wordt Jan een jaar na zijn indiensttreding opnieuw ziek. Omdat hij ziek is, moet werkgever zijn loon doorbetalen. Gelukkig wordt dit gecompenseerd door de ZW-uitkering op basis van de no-riskpolis, zodat de werkgever geen loonschade lijdt. Zijn werkgever vraagt zich af: heeft hij nu een re-integratieverplichting? En kan hij een loonsanctie krijgen als hij onvoldoende doet aan re-integratie?
Wanneer kan een loonsanctie worden opgelegd?
De wachttijd van de WIA begint op de eerste dag dat een werknemer door ziekte niet kan werken. Volgens de Wet WIA moet een werknemer uiterlijk in de 93e ziekteweek een WIA-aanvraag indienen. Bij deze aanvraag wordt ook een re-integratieverslag meegestuurd, waarin staat wat werkgever en werknemer hebben gedaan om terugkeer naar werk mogelijk te maken. Het UWV beoordeelt dit verslag. Als de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, kan een loonsanctie worden opgelegd. Kortom, een loonsanctie kan alleen worden opgelegd als de volgende vragen met ‘ja’ kunnen worden beantwoord:
1. Is door de hernieuwde uitval een nieuwe wachttijd van de WIA gestart?
2. Kan werknemer in uiterlijk de 93ste ziekteweek een WIA-aanvraag indienen?
3. Zal het UWV de re-integratie-inspanningen beoordelen?
In het geval van Jan is het antwoord op alle drie de vragen ‘nee’. De Wet WIA staat namelijk niet toe dat een werknemer twee WIA-uitkeringen tegelijk ontvangt. Omdat er geen tweede WIA-uitkering kan ontstaan, begint er ook geen nieuwe wachttijd na de hernieuwde uitval van Jan. Dit betekent dat Jan geen nieuwe WIA-aanvraag kan indienen en dat het UWV de re-integratie-inspanningen van zijn werkgever niet zal beoordelen.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanwege de lopende WGA-uitkering is na de hernieuwde uitval van Jan geen wachttijd van de WIA gestart en daarom kan geen WIA-aanvraag worden ingediend. Aan werkgever kan dus geen loonsanctie worden opgelegd. De werkgever blijft wel verantwoordelijk voor re-integratie, want Jan is nog steeds in dienst. Hij moet Jan begeleiden naar passend werk. Maar als hij dit niet doet, kan hij daar niet voor worden gesanctioneerd, omdat er geen loonsanctie mogelijk is.
De rol van de no-riskpolis
Misschien vraag je je af: heeft de no-riskpolis hier invloed op? Het antwoord is nee. De ZW-uitkering op basis van de no-riskpolis compenseert de loondoorbetaling, maar heeft geen invloed op de vraag of een loonsanctie kan worden opgelegd. Dat hangt alleen af van de vraag of een nieuwe wachttijd van de WIA is gestart en of een WIA-aanvraag mogelijk is. Een voorbeeld: stel dat een nieuwe werkgever een 35-minner in dienst neemt die onder de no-riskpolis valt. Als deze werknemer opnieuw ziek wordt door een andere oorzaak, dan begint een nieuwe wachttijd van de WIA en kan later een WIA-aanvraag worden ingediend. In dat geval kan het UWV na 104 weken ziekte wél een loonsanctie opleggen. Dat de loondoorbetaling van de werkgever wordt gecompenseerd omdat sprake is van de no-riskpolis, staat daar los van.
Wat als Jan uit dienst gaat?
Als Jan binnen de 104 weken ziekte uit dienst treedt, loopt de werkgever wél een risico. Het UWV kan dan een verhaalsanctie opleggen als blijkt dat hij te weinig heeft gedaan aan de re-integratie. Meer over de verhaalsanctie lees je in onze volgende blog.